Een boom heeft rond de 30 à 50 jaar nodig om zijn maximale hoogte te bereiken te groeien. Met bamboe gaat dit veel sneller nl. in 5 tot 10 jaar. In de eerste 10 jaar na aanplanten groeit een boom relatief langzaam en neemt dus ook relatief weinig CO2 op. Dat is anders met bamboe, dat al na 3 jaar na aanplanten aanzienlijke hoeveelheden CO2 begint vast te leggen. In de tropen kan bamboe 20 meter hoog worden. Dit gewas kan ongeveer evenveel CO2 vastleggen als een boom, die diezelfde hoogte bereikt, maar doet dat in een veel kortere tijd. Voor een belegger in CO2 compensatie, die snel resultaat wil boeken, is bamboe daarmee een aantrekkelijke optie.
Jonge aanplant
Zoals hierboven al omschreven, groeien bomen maar zelden spontaan op. Om een stuk grond te bebossen, moeten de bomen geplant worden en daarna een paar jaar lang aandacht krijgen in de vorm van extra water. Eenmaal volgroeid kunnen ze aan hun lot overgelaten worden, omdat ze dan geen extra water meer nodig hebben. Maar uiteindelijke hebben ze water, hoe weinig ook, wel degelijk nodig. Wanneer er in een of twee jaar geen of vrijwel geen regen valt, gaan ze alsnog dood.
Water geven
Hoe zorg je er nu voor dat jonge aanplant voldoende water krijgt? Daar zijn een aantal benaderingen voor. Allereerst is er de mogelijkheid van drip-irrigatie. Dat vereist kapitaal, kennis en onderhoud, hetgeen niet altijd beschikbaar is in Afrika.
Dan is er de aanpak van Just Diggit. Die bestaat uit het graven van een 4-meter brede kuil, die volloopt met water in het regenseizoen. Gedurende het gehele, droge seizoen blijft daar water in staan, zodat de jonge aanplant bij deze kuil steeds over voldoende water beschikt. Aan het einde van het droge seizoen is het water opgebruikt, maar dan breekt het regenseizoen aan en loopt de kuil weer vol.
Bamboe als speciaal geval
Jonge bamboestekjes kunnen gedurende 2 jaar worden opgekweekt op een plaats waar altijd voldoende water beschikbaar is, bijv. in het zuiden van Ghana. Dan ze nog steeds klein genoeg om vervoerd te kunnen worden in de laadbak van een pick‑up truck. Zo kunnen ze worden uitgezet worden in een gebied, zoals in de savannegebieden van midden en noord Ghana.
Na 2 jaar zijn de bamboeplanten al zo ver uitgegroeid, dat een paar maanden met weinig of geen water redelijk goed kunnen doorstaan. Maar soms komt het voor, dat ze in hun 3de of 4de jaar toch wat water nodig hebben. In dat geval kan er een beroep gedaan worden op handmatig water geven met gieters. Typisch voor Afrika zijn vrouwen, die grote lasten op hun hoofd dragen en daarmee ook nog vaak kilometers ver lopen. Dat kunnen ze met gieters gevuld met 10 liter water, die bijv. van een vrachtauto met water naar een naastgelegen akker met jonge aanplant gebracht moeten worden. In Nederland is deze benadering onmogelijk vanwege zware fysieke inspanning die dit kost. Maar dat geldt niet voor veel vrouwen in Afrika. Zij zien het als een bijverdienste. Bedenk hierbij, dat deze handmatig actie slechts af en toe nodig is. Zo maakt deze Afrikaanse traditie het water geven aan jonge aanplant een stuk goedkoper dan het aanleggen van drip-irrigatie systeem.
Bamboe in de savanne
Wanneer er 12 maanden per jaar voldoende water is, groeit bamboe 12 maanden per jaar. In de savanne is dat iets minder, want in de regenloze en hete maanden van het droge seizoen staat de groei stil. Daarom is bamboe telen in een tropisch regenklimaat altijd rendabeler dan in een savanne klimaat. Daar is al veel bamboeteelt, maar vooral ook veel cacaoteelt. Daarom is het niet zo goed mogelijk om grote stukken ongebruikte grond te vinden. Daar staat tegenover, dat in de savanne gebieden van Ghana wel grote gebieden braak liggen, die geschikt gemaakt kunnen worden voor bamboeteelt.